Vanaf 12 mei (IJsheiligen) en mits de zaailingen groot genoeg zijn (met in
ieder geval 2 echte blaadjes naast de 2 kiemblaadjes) mogen de zaailingen naar
buiten.
Komkommers houden van veel warmte en kunnen slecht tegen regen en kou, daarom
worden ze in Nederland vaak in een kas of platte bak geteeld. Als je die niet
hebt kun je misschien iets bedenken en maken waardoor de planten toch wat meer
warmte en minder regen krijgen. Denk daarbij aan een afdakje van plastic, of een
oude doorzichtige paraplu die je op een stokje vastmaakt, etc..
In ieder geval kun je de grond waar de komkommer komt een week of 3 van
tevoren tijdelijk afdekken met zwart plastic, zo kan de grond al opwarmen voor
je de zaailing uitplant.
Je kunt ook overwegen de komkommer in een pot te telen; een pot kun je wat
makkelijker verzetten (naar een warmer, zonniger, droger plekje, onder een
afdakje als het regent, etc.). Bovendien is de pot, en de grond in een pot
altijd warmer dan de volle grond. Gebruik voor de teelt in een pot een diameter
van minimaal 40 centimeter want komkommers zijn grote (slinger)planten. Ze
kunnen in de buitenteelt wel 50 centimeter breed en 150 centimeter lang worden.
Om die reden hebben ze ook relatief veel voeding nodig. In een pot met potgrond
zit voldoende voeding voor 8 weken, daarna zul je bij moeten gaan voeden zodat
de planten kunnen blijven groeien en bloeien en komkommers maken.
In de volle grond geef je 2 weken voor het uitplanten van de zaailingen voeding.
Gebruik een algemene moestuinvoeding, voor zowel de teelt in de volle grond als
de teelt in pot, volgens de aanwijzingen op de verpakking.
En dan is er nog een belangrijk keuze: een komkommerplant is een
slingerplant. Je kunt haar laten kruipen of later klimmen. Laten klimmen is
handig in een kas of in een kleine tuin want ze neemt dan weinig ruimte in en de
planten kunnen makkelijker opdrogen na een regenbui. Laten kruipen is heel
handig als je haar in een platte bak teelt of een afdakje voor haar maakt om
haar tegen de regen te beschermen. In een pot kun je haar laten kruipen of laten
klimmen.
Als je haar wilt laten klimmen zul je een hekwerk met staanders en leggers
moeten maken waaraan de komkommer kan klimmen.
Als je meerdere komkommerplanten wilt planten, plant ze dan voor de kruipende teelt op 150 centimeter van elkaar en voor de klimmende teelt op ongeveer 60 centimeter van elkaar. Soms moet je de jonge planten wat helpen door de ranken de goede kant op te leiden of ze met een touwtje losjes aan het hekwerk vast te maken. Wanneer de planten eenmaal de goede weg hebben gevonden klimmen en kruipen ze zonder hulp verder.
Je kunt het verschil tussen een vrouwelijk bloempje (met minivruchtje erachter) en een mannelijk bloempje (zonder vruchtje) heel goed zien. Alleen de vrouwelijk bloempjes kunnen komkommers worden.
En een algemene maar wel heel belangrijke verzorgingstip: geef bij droogte regelmatig water. Grote planten met vrij grote vruchten hebben relatief veel vocht nodig.
Oogst een komkommer wanneer die ongeveer 20 centimeter groot is door met een
mesje het stukje steel achter de komkommer door te snijden.
Pluk niet te laat want dan wordt de komkommer dik en groeien de zaden in de
komkommer. De komkommer wordt dan minder sappig en een beetje bitter. Bovendien
stopt de komkommerplant dan met bloeien en gaat zaden maken en je wilt
natuurlijk dat de plant juist weer nieuwe bloemen en vruchten maakt.
Eet geoogste komkommers van eigen tuin dezelfde dag of bewaar ze maximaal nog 2 of 3 dagen op een koele en donkere plaats. De komkommerplanten begeven het vaak in de nazomer, wanneer er meer regen komt en de planten uitgeput raken, dan kun je de planten uit de grond halen en op de composthoop gooien.